V1 afvuur inrichtingen

Verdrag van Versailles: geen luchtmacht meer

Geheim Duits  vliegveld in Rusland: Lipetsk

Tijdens de Eerste Wereldoorlog beschikt Duitsland over de Kaiserliche Luftstreit-kräfte (keizerlijke luchtstrijdkrachten). Deze luchtmacht bestaat uit ongeveer 3000 vliegtuigen, waarvan de meeste dubbeldekkers zijn, die gebruikt worden voor verkenning. De vliegtuigen vliegen boven het front en lokaliseerden daar de bewegingen van vijandige troepen. Slechts heel weinig worden meerpersoons dubbeldekkers gebruikt voor bombardementen.

Na de Eerste Wereldoorlog verbiedt het Verdrag van Versailles Duitsland om een luchtmacht te houden. 

In het grootste geheim gaat Duitsland op de Rus-sische vliegbasis Lipetsk piloten opleiden. Als Hitler in 1933 aan de macht komt, is dus al een begin gemaakt met de Luftwaffe. Omdat de Duitsers helemaal geen luchtmacht mogen hebben, moet het buitenland de indruk krijgen dat het om een nieuwe luchtvaartmaatschappij gaat. Daarom gebruikt Göring veel vliegtuigen die ook bij luchtvaartmaatschappijen in gebruik zijn. Als militair transportvliegtuig wordt de Junkers Ju 52/3m gebruikt en dat is een gewoon lijntoestel. Als bommenwerper gebruikt men de Heinkel He 111 en de Focke-Wulf Fw 200 ("Condor"), vliegtuigen die oorspronkelijk als vrachttoestel zijn ontworpen. Als de geallieerden in de gaten krijgen, dat die luchtvaartmaatschappijen maar weinig klantjes vervoeren, gaan zij onmiddellijk hun luchtmacht versterken.

De V1 is ontwikkeld door het Duitse leger, met name door de Luftwaffe. De V1 wordt wel eens 'vliegende bom' genoemd, maar eigenlijk is het een onbemand vliegtuig(je) aangedreven door een straalmotor. Te laat hebben de Duitsers door, dat hun goed getrainde Luftwaffe te veel  gericht is op de 'Blitzkrieg'. (duikbommenwerpers in combinatie met tankbewegingen).

Er is weinig geïnvesteerd in lange afstand bommenwerpers. Verder is er een piloten tekort. Pas in maart 1942 ontwerpt Dr. Robert Lusser een onbemand vliegtuigje: de Fi 103. Op 27 juni 1943 is de eerste echte lange afstandsvlucht van de V1 van 234 km. Vanuit Noord Frankrijk is die afstand precies genoeg om Londen te bereiken.

De V1 is een heel simpel vliegtuigje. Het vliegt op gewone kerosine en heeft een gewone autobougie. Het heeft een gewone 30 volt accu aan boord. Het komt als bouwpakket op de afvuurplaats aan en kan met slechts een gewone schroevendraaier in elkaar worden gezet. Het straalmotortje is heel simpel. Het bouwen van één V1 kost ongeveer 3500 Rijksmark (de prijs van een Volkswagen). Nadeel dat het allemaal zo simpel is, is dat ongeschoold personeel die dingen in elkaar kan zetten. Dus worden de V1's onder de meest kommervolle omstandigheden in concentratiekampen gebouwd.

De V1 moet een flinke aanvangssnelheid hebben alvorens het motortje hem kan voortstuwen. Dat gebeurt op een katapultbaan.

De eerste V-1 wordt gelanceerd op 13 juni 1944 op Londen,  een week na de succesvolle geallieerde landingen in Normandië. Op het hoogtepunt worden meer dan honderd V-1's per dag afgevuurd op het zuidoosten van Engeland,

 

 

De V1 vliegt met een snelheid van 600 km per uur en doet dus ongeveer 20 minuten over zijn vlucht vanuit Noord-Frankrijk.

De Britten blijven natuurlijk niet werkeloos toezien. Iedere V1 heeft een springlading van 830 kg. Wat doen ze om die vreselijke inslagen te voorkomen?

Met luchtafweergeschut wordt er flink op de V1's losgeknald. Maar een zo snel bewegend doel raken is zo eenvoudig niet. Zeker in het donker is het doel veel te klein om de vinden en te raken.

Jachtvliegtuigen proberen V1's te benaderen en neer te schieten. Maar de V1 is maar een klein doel (7,90 m lang) en van heel dichtbij schieten is wel link: dan kan hij in je gezicht ontploffen.

Britse jachtvliegtuigen kunnen de V1 qua snelheid bijhouden. Dus gaan ze er naast vliegen en met de vleugeltip een zetje geven om hem uit balans te brengen. De Duitsers maken contactschakelaars onder de vleugels en dan knalt de V1 uit elkaar.

Uiteraard zwermen fotoverkennings-vliegtuigen uit over heel Noord-Frankrijk. Aan de hand van foto's bombarderen de Britten V1-stellingen in heel Noord-Frank-rijk. Maar dat zijn er nog al wat. 

Bovendien maken de Duitsers de kata-pultbanen van een soort Meccano. Dus die zijn in een mum van tijd weer hersteld.

 

 

 

Als de geallieerden steeds meer land veroveren in Noord-Frankrijk en België, wordt de afstand tussen de lanceerplaatsen en Londen te ver.

Op 13 juni 1944 worden de eerste tien V1's gelanceerd richting Londen vanuit Noord-Frankrijk, deze missen allen hun doel. Van de ongeveer 16.000 gelanceerde V1's treffen er 2.419 Londen en 2.448 Antwerpen (deze worden  vanuit Nederland  gelanceerd). De rest, zo'n 11.000, missen hun doel, gaan verloren door mankementen, of worden door luchtafweer vernietigd dan wel onderschept door jachtvliegtuigen. 

In september 1944 wordt Antwerpen bevrijd en komt de haven ongeschonden in de handen van het geallieerde leger. Dan richten de Duitsers hun V1-wapens op de Scheldestad. Ook de stad Luik krijgt zijn portie. Londen heeft de naam om het slachtoffer van de V1 te zijn geweest. De werkelijkheid is dat in België meer V1's zijn neergekomen.

Op woensdag bezoeken wij een assemblage-fabriek en afvuurstelling van de V1. Deze ligt midden in een bos en is jaren 'vergeten'.

 

Daardoor kunnen wij een heel goed beeld krijgen van het 'hoe-en-wat' op deze plekken. Er waren er tientallen in Noord-Frankrijk en België. Weinigen zijn nog zo mooi intact. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb